De Katholieke Kerk heeft een duidelijke leer over de regulering van geboorten en de morele implicaties van anticonceptiemethoden, waaronder het gebruik van een koperspiraaltje. Deze leer is voornamelijk te vinden in de Catechismus van de Katholieke Kerk.

Anticonceptie en de Morele Leer

1. Morele Onacceptabiliteit van Anticonceptie: De Kerk stelt dat elke handeling die erop gericht is om de voortplanting te verhinderen, intrinsiek verkeerd is. Dit omvat niet alleen directe anticonceptiemethoden, maar ook technieken die de natuurlijke voortplanting verstoren. Het gebruik van een koperspiraaltje valt onder deze categorie, omdat het de mogelijkheid van bevruchting en implantatie van een embryo voorkomt1 2.

2. De Natuur van het Huwelijk: De Kerk leert dat seksualiteit binnen het huwelijk bedoeld is voor zowel de eenheid van de echtgenoten als voor de voortplanting. Het gebruik van anticonceptie, zoals een koperspiraaltje, wordt gezien als een verstoring van deze natuurlijke doeleinden. Het verstoort de totale zelfgave van de echtgenoten aan elkaar, wat essentieel is voor de betekenis van het huwelijksverbond1 3.

3. Verantwoordelijkheid van Ouderschap: De Kerk erkent dat ouderschap verantwoordelijkheidsgevoel met zich meebrengt. Spouses kunnen legitieme redenen hebben om de geboorten van hun kinderen te reguleren, maar dit moet gebeuren binnen de grenzen van morele acceptabiliteit. Het gebruik van methoden die de voortplanting actief verhinderen, zoals anticonceptie, wordt niet als moreel aanvaardbaar beschouwd2 4.

Conclusie

Het gebruik van een koperspiraaltje wordt door de Katholieke Kerk als moreel onaanvaardbaar beschouwd, omdat het in strijd is met de leer over de openheid voor leven binnen het huwelijk en de intrinsieke waarde van de seksuele relatie tussen echtgenoten. De Kerk moedigt echtparen aan om methoden van natuurlijke gezinsplanning te overwegen die in overeenstemming zijn met de morele principes van de Kerk.